maart 2017

hogebomen

Wat doen met hoge bomen?

Al te vaak zie je het. Mensen planten een boom in de tuin zonder al te veel na te denken over de gevolgen.  Natuurlijk zijn de gevolgen behoorlijk logisch, een boom zorgt uiteraard voor schaduw en afval… bladafval indien het over loofbomen gaat, naalden en kegels indien het over naaldbomen gaat.

Schaduw en afval zijn twee oorzaken van wanbeheer en het verdwijnen van vele bomen. Je plant toch geen boom om na 25 jaar te zeggen… "oei, die boom wordt te groot. Weg ermee". Denk alvast twee keer na alvorens je zo’n beslissing neemt. Oude bomen zijn immers onbetaalbaar en van onschatbare waarde voor zowel mens als dier. Al te vaak wordt er wanbeheer waargenomen. Toppen worden veel te diep ingezaagd en kruinen worden zwaar en onregelmatig weggenomen. Deze foute beheersmaatregelen leiden veelal tot het weghalen van de verminkte bomen in een latere fase.

Er zijn slechts enkele bomen die forse snoei kunnen verdragen, de zogenaamde goede wond- afdichters, ik denk aan linde, plataan en enkele wilgen soorten. De eerste twee worden dan ook vaak als leibomen gebruikt.

Bomen zijn relatief eenvoudig te lezen en mits een beetje goed opzoekwerk vind je al snel de juiste keuze voor jouw tuin. Boomverzorging dient zich te beperken tot het verwijderen van dode en compromitterende takken, het licht inpakken of uitlichten van de kroon en het verwijderen of vellen van zieke en dus vaak gevaarlijke of dode bomen en van bomen die’ in overtreding’ staan en dus voor de nodige burenruzies zorgen.

Sommige bomen worden gevaarlijk door de omgeving waarin ze staan en hun groeiomstandigheden. Vele studies (cfr. Claus Mattheck) wijzen uit dat deze bomen te herkennen zijn aan de manier waarop hun hout op deze omstandigheden reageert. Bomen waarvan een zware zijtak in de kruin regelmatig heel veel wind neemt, zullen gaan reageren met gedraaide houtvezels in de stam waardoor je op termijn ook de getorste beweging aan de buitenkant van de stam zal waarnemen, deze reactie zorgt in dit geval echter voor sterkere bomen. Bomen met een gevorkte stam vertonen dikwijls ‘oren’ waar de stammen uit elkaar gaan. De boom maakt extra hout aan ter hoogte van de splitsing als versterking. De stevigheid hangt echter af van de hoeveelheid schors tussen de twee stammen. Veel schors zorgt ervoor dat slechts een beperkt aantal jaarringen de beide stammen zullen verbinden. Weinig jaarringen zorgen voor ‘grote oren’  en op termijn voor een gevaarlijke boom. Indien de boom slechts weinig schors tussen de twee stammen toelaat worden slechts ‘kleine oren’ gevormd waardoor de boom sterker is en dus minder gevaarlijk.

Elke schorsvervorming zegt ons wel iets over de leefomstandigheden van een boom. Golven in de schors duiden veelal op te zware zijtakken. Dit kan gevaarlijk worden dus de zijtak wordt het best deels weggehaald. Ook ‘gebundelde bomen’ kunnen elkaar op termijn een duwtje geven, ook hier kan je best enkele voorzorgsmaatregelen nemen.

Er zijn tal van tekenen die ons aantonen of een boom al dan niet een gevaar vormt. Veelal zorgen menselijke ingrepen echter voor dit gevaar. Bouwconstructies, graafwerken en snoeiwerken zorgen steeds voor wortelverval waar de boom slechts gedeeltelijk van recupereert.

Bomen zijn echter sterke wezens die zich niet zomaar laten doen en zorgen in vele gevallen zelf voor een gepaste zelfgenezende oplossing.

overhangendebomen

Overhangende bomen bij de buren?

Het vellen van overhangende bomen is soms noodzakelijk

Ga het maar eens zelf na bij het vredegerecht: tot de meest voorkomende geschillen tussen buren behoren zeker ruzies over overhangende takken van bomen en struiken. Dit is voor velen een bron van ergernis, bijvoorbeeld omdat die overhangende takken zonlicht wegnemen, voor afvallende bladeren zorgen of voor sommige mensen op visueel vlak een doorn in het oog zijn. Uiteraard is het eerste devies om gewoon onderling tot een overeenkomst te komen en dit als goede buren in der minne te regelen. In eerste instantie kan het misschien voldoende zijn om de overhangende takken af te hakken zodat de overlast ophoudt. Maar wat als dit niet voldoende is? Het is goed om te weten wat je rechten zijn als je last hebt van de overhangende takken van de boom of bomen van je buur.

Wat zijn je rechten?

Struiken of bomen die overhangen in je tuin kunnen voor de nodige schade zorgen. Ze kunnen veel licht uit je tuin wegnemen, zeker als ze langs de zonnekant staan. Ook kunnen de wortels van deze bomen of grote struiken tot in je tuin doorgroeien. Probeer hierover op een serene manier met je buur te communiceren en in de meeste gevallen zal hij het probleem zelf wel oplossen.

Wat mag en wat niet?

Volgens de regelgeving moeten bomen op zijn minst twee meter van de zogenaamde erfgrens staan, en voor struiken is dit doorgaans 50 cm. Een tuin die grens aan het openbaar groen of aan water is niet aan deze bepaling onderworpen.

Let wel, deze bepalingen kunnen van gemeente tot gemeente verschillen en het is dus best om zelf even contact op te nemen met de plaatselijke bevoegde dienst om te zien wat in jouw gemeente wel of niet mag. Bekijk wat de plaatselijke bepalingen zijn, want er zijn ook gemeenten waar geen afstand tussen de boom en de erfgrens voorzien is.

Weet u niet waar zich de erfgrens bevindt, dan kunt u dit zien op het plan van uw huis of dit bij het kadaster gaan opvragen. Het kan nodig zijn dat de grens moet opgemeten worden, hier zijn dan wel kosten aan verbonden.

Overhangend groen snoeien

Je buur mag niet zomaar overhangend groen van jouw bomen of struiken snoeien en omgekeerd. Je moet hiervoor als eigenaar van de boom eerst je toestemming geven. Volgens de wet mogen alleen de overhangende takken gesnoeid worden.

Hier treden soms wel eens geschillen op die in uitzonderlijke gevallen zelfs tot een rechtszaak bij de vrederechter leiden, maar dit is uiteraard het ultieme middel. Bedenk voor je naar de rechter stapt dat je nog naast die buur moet leven en of het sop de kolen wel waard is.

Het snoeien van boomwortels

Ook de wortels van de bomen van je buur kunnen in jouw tuin groeien en daar voor schade zorgen. Deze mag je op je grondgebied wel zonder toestemming van je buur kappen op voorwaarde dat ze geen schade aan de boom aanrichten. Gaat het om een grote boom, dan win je best eerst advies in voor je zomaar lukraak begint te zagen of kappen. Overleg éérst met je buurman (-vrouw). Die moet de gelegenheid krijgen om de wortels zelf te verwijderen, of beroep te doen op een vakman om dat te doen (wat hij uiteraard zal moeten betalen).

Wat met bomen die te veel licht in je tuin wegnemen?

Bomen die te veel licht wegnemen kunnen hinderlijk zijn, zo bijvoorbeeld ook voor de groei van planten en groenten in je tuin die veel zonlicht nodig hebben. De simpelste oplossing is uiteraard deze takken te (laten) snoeien. Het kappen van de boom, de allerlaatste optie, is helaas soms nodig wanneer de boom gevaarlijk dicht tegen de grens van je tuin groeit en er gevaar tot vallen bestaat.

Bedenk dat je niet zomaar bomen mag gaan omkappen. Alles hangt af van wat er lokale verordeningen en reglementeringen van de gemeente waarin je woont staat. Door de band genomen is het aanvragen van een vergunning verplicht wanneer de stam van de boom op borsthoogte een doorsnede van 10 cm of meer heeft. De vergunning kan in sommige gevallen geweigerd worden wanneer het gaat om een boom met een bijzondere waarde of wanneer de boom straatbepalend is.

knotwilgenboomengroen

Krijg een subsidie voor het snoeien

Wist je dat je een subsidie voor het aanplanten en onderhouden van knotbomen kan krijgen bij uw gemeente? Neem contact op met de plaatselijke groendienst. De voorwaarden kunnen wat verschillen per gemeente, maar in grote lijnen zijn dit de voorwaarden:

Voorwaarden

  • De knotbomen dienen gelegen binnen of grenzend aan woongebied met landelijk karakter, agrarisch gebied of waardevol agrarisch gebied of grenzend aan percelen met agrarisch bodemgebruik.
  • De knotbomenrij moet minstens 25 meter lang zijn.
  • De aanplanting wordt uitgevoerd in overeenstemming met alle wetten, decreten, reglementen en gebruiken van toepassing op dergelijke aanplantingen.
  • Voor het onderhoud worden als knotbomen beschouwd : de knotwilgen, de knotpopulier (Populus canadensis), de knoteik (Quercus robur), de knotolm (Ulmus carpinifolia), de knotes (Fraxinus excelsior) en de knotlinde (Tilia vulgaria).
  • Voor de aanplant worden als knotwilgen beschouwd : de schietwilg (Salix alba), de kraakwilg (Salix fragilis) en de katwilg (Salix viminolis).

Bedrag van de premie

  • de subsidie voor de aanplant bedraagt 3 euro per knotwilg.
  • de subsidie voor het onderhoud bedraagt 7,5 euro per knotboom, om de 6 jaar toe te kennen

gazonboomengroen

5 tips voor een gezond gazon

Je gazon verticuteren

Graswortels willen ademen en groeien, en daarvoor hebben ze frisse lucht nodig. De groei van deze wortels wordt vaak belemmerd doordat de grond onder een gazon onvoldoende zand bevat om de bodem ademend te houden. Door je gazon te verticuteren kan het daarna weer ademen en komt het (regen)water weer bij de wortels.

Met verticuteren verwijder je een harde laag van mos of plantaardig afval van je gazon. Vooral na de wintermaanden zit je gazon vaak vol met mos. Dit ‘losharken’ doe je met een verticuteermachine of verticuteerhark. Zo kan je gazon goed herstellen en blijft de bodem in topconditie.

Wanneer verticuteren?

Omdat verticuteren een intensieve behandeling is, is het beter om deze niet vaker dan één keer per jaar uit te voeren. Het voor- en najaar zijn de meest geschikte perioden hiervoor.

Gazon inzaaien

Nu je mos uit het gazon hebt verwijderd ontstaan er mogelijk kale plekken. Niet zo’n fraai gezicht, maar schrik niet: met wat nieuw graszaad is het met een paar weken weer een prachtige volle mat. Gebruik bij voorkeur dezelfde variant graszaad als bij de aanleg. Zaai zorgvuldig in en bevochtig deze plekken voortdurend, tot ruim na de kieming van de graszaden. Na enkele maanden kun je een langzaam werkende gazonmest toepassen.

Kalk strooien

Mooie gazons hebben één ding gemeen: de juiste zuurgraad. Dit verbetert de opname van voedingsstoffen en houdt de bodem in topconditie, zodat het gras optimaal groeit. Het verhogen van een te lage pH-waarde van bodem kan door het strooien van kalk op je gazon.

Wanneer kalk strooien?

Vaak is eenmaal per jaar bekalken voldoende, dit wordt meestal in het voorjaar gedaan. Bij een sterk verzuurde bodem is het slim om zowel in het voor- als najaar te strooien met kalk. Kalk wordt direct opgenomen, dus je kunt het hele jaar door strooien zonder dat je het risico loopt dat de korrels wegspoelen door de regen of verbranden in de zon.

Hoeveel kalk je moet strooien, is afhankelijk van de huidige zuurgraad van je bodem. Die kun je meten met een pH-bodemtest. Na het kalk strooien activeren nuttige micro-organismen onmiddellijk het bodemleven en krijg je een diepgroen en mosvrij gazon.

 

4. Gazon bemesten

Bij het maaien van je grasmat verdwijnen belangrijke voedingsmiddelen uit het gras. Dit ontstane tekort moet je zelf aanvullen door te bemesten. We onderscheiden twee soorten meststof: organische en minerale (kunst-)meststoffen.

Organische mest zorgt niet alleen voor een betere groei, maar is ook vriendelijk voor de structuur van de bodem. Daarnaast is het heel geschikt voor een gazon bemesten op arme zandgrond. We verkopen ook mest die bestaat uit een combinatie van minerale en organische stoffen. Deze werken wel sneller, maar minder lang en de goede eigenschappen van organische mest gaan hierbij deels verloren.

Wanneer bemesten?

Organisch mesten doe je in het vroege voorjaar; de eerste keer strooien in maart/april. De temperatuur gaat dan omhoog wat maakt dat het gras weer omhoog wil komen. Zoals gezegd komen de voedingsstoffen uit de mest langzaam vrij, en dat is precies de bedoeling. Het tweede voedingsmoment is in juni/juli, en helpt het gazon de zomer door.
Met een natuurlijke meststof is het niet erg als het droog of erg warm is buiten; een regenbui of het vocht in de grond maakt dat het gazon snel kan herstellen. Het derde voedingsmoment is in september/oktober, dit is tevens de laatste keer in het jaar dat er bemest hoeft te worden en helpt ook tegen mosvorming in de winter.

5. Gazon maaien en kanten knippen

Voor een mooi dicht gazon moet je regelmatig maaien. In combinatie met het sproeien en bemesten van je gazon, werkt maaien ook goed tegen de vorming van onkruid tussen het gras. Van mei tot oktober kun je prima wekelijks grasmaaien. Wel het liefst als het goed droog is, zodat afgesneden snippers niet als hoopjes op je gazon blijven liggen. Bekijk het assortiment grasmaaiers.

Voorkom dat de grassprieten altijd in dezelfde richting worden geduwd door steeds een andere richting te maaien. De stengels van grassprieten moeten doorgaans met ongeveer de helft tot tweederde ingekort worden, tot ongeveer 5 centimeter. Wanneer het erg warm is, bijvoorbeeld midden in de zomer, is het beter om het gras wat langer te laten. Op deze manier kan het beter tegen de droogte.

Naast het maaien zul je voor een mooi strak gazon ook de graskanten moeten bijhouden. Dit doe je door het afsteken van het gras en het knippen van de randen van je gazon. Met een kantafsteker kun je halfjaarlijks zorgen voor een mooie afscheiding van je gazon met de bestrating of andere delen van je tuin. De randen bijknippen doe je na elke maaibeurt met een grasschaar. We hebben grasscharen die je met de hand bedient, maar ook werkend op accu. Een (elektrische) grastrimmer snijdt met automatische precisie de grassprieten af.

Advies?

Wij staan u graag bij voor elk advies. Neem gerust contact op via ons formulier.

Bereikbaarheid

Maandag - Zondag7h30 - 21h